Op naar een restorative society!

Gisteren begon de Restorative Justice Week, dat voor het eerst werd georganiseerd in 1996. Rond die tijd kwam ook de internationale restorative justice beweging tot stand. Al een kwart eeuw lang wordt er in de laatste week van november wereldwijd aandacht besteed aan Restorative Justice. Ook Restorative Justice Nederland doet dit jaar weer mee.

Thema van 2021 is Protect and empower the person harmed. Oftewel: het slachtoffer staat dit jaar extra in de schijnwerpers. Het viel me op dat er hier gesproken wordt in enkelvoud: the person harmed. Dit past wel bij het feit dat de meeste herstelgerichte praktijken zich op conflicten tussen individuen richten. Het strafrecht doet dat ook. Strafrecht individualiseert onrecht. Het kijkt maar zeer beperkt naar maatschappelijke oorzaken en achtergronden. Omdat herstelrecht zich decennialang vooral heeft verhouden tot het strafrecht, een poging vormde om het strafrecht te humaniseren en te hervormen, is het lang in hetzelfde individualistische paradigma blijven hangen als het strafrecht.

De laatste jaren is de internationale herstelrechtelijke beweging zich echter aan het verbreden en wordt er ook gekeken naar hoe restorative justice toegepast kan worden op conflicten die zich afspelen op het niveau van groepen, instituties en de hele samenleving (meso- en macroniveau). Hierdoor komen onderwerpen als collectief slachtofferschap, structureel onrecht en de maatschappelijke en politieke oorzaken daarvan meer in beeld. Dit sluit goed aan bij de huidige tijdgeest. De diverse maatschappelijke protestbewegingen die de laatste paar jaar sterk in opkomst zijn gekomen richten zich hier namelijk ook op.

Zo wordt door #MeToo duidelijk dat seksuele intimidatie en geweld tegen vrouwen geen individuele zaak is, maar zoveel voorkomt dat het beschouwd kan worden als een structureel maatschappelijk probleem. De oude slogan van de vrouwenbeweging uit de jaren zestig en zeventig “Het persoonlijke is politiek” doet opnieuw opgeld.

Black Lives Matter kaart institutioneel racisme aan, onder andere door te protesteren tegen het frequent voorkomende geweld van de politie tegen mensen van kleur. En klimaatactivisten stellen dat ons collectieve gedrag en de manier waarop wij onze samenleving hebben ingericht leiden tot structurele schade aan natuur en milieu, wat de omvang aanneemt van een mondiale existentiële crisis die de toekomst van onze (klein)kinderen bedreigt. Interessant is dat deze maatschappelijke protestbewegingen langzaam maar zeker restorative justice aan het ontdekken zijn. Ik wijs onder meer op het werk van Fania Davis, die in The Little book of Race en Restorative Justice ons de volgende spiegel voorhoudt:

“The restorative justice movement appeared to have no racial justice consciousness!” (…) “Though we are seeing glimmers of change, racial justice and restorative justice are often perceived as opposites. In archetypal terms, one invokes the warrior and the other, the healer. If we are to be as transformative as possible, however, whether as racial justice or restorative justice advocates, we must transcend the binary and integrate warrior and healer”.

Het is derhalve zinvol om verbinding te maken tussen de herstelrechtelijke beweging (voornamelijk “healers”) en vertegenwoordigers van de milieubeweging, #MeToo en BLM (veelal “warriors”). Daarom heb ik in juni van dit jaar samen met Ivo Aertsen, emeritus hoogleraar aan de KU Leuven en een van de grondleggers van het European Forum for Restorative Justice, een (online) rondetafelgesprek georganiseerd met enkele vertegenwoordigers van deze maatschappelijke bewegingen uit Nederland en België. Gesproken is over visies op structureel onrecht, praktijken van conflicthantering en participatieve besluitvorming en strategieën gericht op maatschappelijke verandering. Het uitwisselen van perspectieven, ervaringen, kennis en inspiratiebronnen bleek zeer vruchtbaar en smaakte bij alle deelnemers naar meer.

In de roerige jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw ontstonden er ook diverse maatschappelijke protestbewegingen. Het was tevens de tijd van de kritische criminologie met voormannen als Bianchi en Hulsman en de oprichting van De Coornhert Liga als vereniging voor strafrechtshervorming (1971). Er zijn parallellen te trekken tussen die periode en ons huidige tijdsgewricht. Ook nu is er veel aandacht voor structureel onrecht, ontstaat breed maatschappelijk bewustzijn over het feit dat individuele negatieve ervaringen en schade vaak breed gedeeld worden en dat hier maatschappelijke en politieke oorzaken aan ten grondslag liggen.

Restorative Justice Nederland, opgericht in 2010 door twee oud-studenten van Bianchi, vindt het hoog tijd om de herstelrechtelijke blik te verbreden. Ik heb hier eind vorig jaar in het jubileumnummer van het Tijdschrift voor Herstelrecht ook een lans voor gebroken. Daarbij haalde ik wederom Fania Davis aan die de urgentie hiervan fraai verwoordt:

“Healing interpersonal harm requires a commitment to transforming the context in which the injury occurs: the socio-historical conditions and institutions that are structured precisely to perpetuate harm. This commitment may mean viewing restorative justice as not only healing individual harm, but also as transforming social structures and institutions that are themselves purveyors of massive harm. Not adopting a more expansive view runs the risk that restorative justice offers a quick fix, addressing symptoms but not underlying causes. This is not unlike a gardener who, though devoted to the well-being of the individual plants, ignores the health of the soil. The skilled gardener tends to both plants and the larger ecosystem. The success of restorative justice depends on seeing ourselves not only as agents of individual transformation, but also as drivers of systems transformation”.

Daarom gaat Restorative Justice Nederland zich thematisch verbreden en social justice, racial justice en environmental justice nadrukkelijk op de agenda zetten. Hier valt nog een wereld te winnen. RJN heeft afgelopen jaar een nieuwe visie, missie en een meerjarig strategisch beleidsplan ontwikkeld waarin deze nieuwe koers is uitgewerkt. Dit plan, waar we met ons kernteam (Veronique Achoui, Annemieke Wolthuis, Fleur Souverein, Elsbeth Bosma, Gert Jan Slump en ondergetekende) met veel passie en plezier aan hebben gewerkt, wordt in januari gepubliceerd op onze website. Richtten onze werkzaamheden zich de eerste tien jaar van ons bestaan voornamelijk op het humaniseren en hervormen van het strafrecht en het gevangeniswezen, nu streven we naar het stap voor stap realiseren van een ‘restorative society’. Deze verbreding is ook zichtbaar in onze nieuwe projecten, waarbij herstelrecht wordt toegepast op het niveau van groepen, organisaties en instituties en er ook gewerkt wordt aan maatschappelijke verandering. Zo wordt er samen met een internationale NGO gewerkt aan het ontwikkelen van een protocol voor het op een herstelgerichte wijze afdoen van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer, zoals seksuele intimidatie, geweld en discriminatie, als eerste stap op weg naar een restorative organisation. Tevens ontwikkelt RJN in samenwerking met Slachtofferhulp Nederland herstelcirkels voor slachtoffers van seksueel geweld en hun community of care, is er recent samen met de VU in opdracht van het Kenniscentrum Ongelijkheid gestart met het project Het Ongelijkheidsbeginsel en wordt samen met een kunstenaar gewerkt aan het door het Mondriaan fonds gesubsidieerde project Right to Challenge: Drive Change. Qua acquisitie is er een voorstel ingediend rond de toeslagenaffaire en wordt er financiering gezocht voor het ontwikkelen van een restorative church, restorative university en restorative city. Op deze manier willen we de komende jaren gestaag werken aan het realiseren van een meer rechtvaardige, vreedzame en duurzame restorative society, waarin niet enkel oog is voor herstel van individuele slachtoffers en daders, maar ook voor collectief en institutioneel herstel en maatschappelijke verandering. 

< terug naar overzicht