#3. Blog Christine Otten - Geen vergelding, wel consequenties

Geen vergelding, wél consequenties

Het gebeurde toen de avondklok van kracht werd en overal in Nederland jongeren aan het rellen sloegen. ‘Tuig!,’ riep minister-president Rutte, niet nodig je in ‘dat soort’ mensen te verdiepen. Het ene na het andere kamerlid beaamde dat. De goede verstaander begreep dat dit soort gedrag ‘hard aangepakt’ en ‘afgestraft’ diende te worden. Ook in de Wildemanbuurt in Amsterdam Osdorp, een zogenaamde ‘achterstandsbuurt’ waar volgens onderzoekers criminaliteit (vanwege gebrek aan perspectief of inspirerende (niet-criminele) rolmodellen) nogal eens van generatie op generatie gaat, vlogen de stenen door de ruiten bij een buurtcentrum. De directeur/beheerder van het pand besloot de volgende dag, nadat hij de schade had opgenomen, géén aangifte te doen bij de politie, maar de jongeren die hiervoor verantwoordelijk waren uit te nodigen (via een jongerenwerker). Niet om ze de les te lezen, maar om ze een voorstel te doen. Ze kwamen, allemaal. ‘Wat zouden jullie willen doen voor de buurt? Waar zijn jullie goed in?,’ vroeg de directeur. Dat was even schrikken. Waar zijn we goed in? ‘Filmpjes maken,’ zei iemand. ‘Verhalen vertellen,’ zei een ander. Uiteindelijk bedachten ze een plan: we worden buurtreporters. We gaan reportages maken over de mensen in de buurt, onze vaders en moeder, broers en zusters. Hoor je ook eens wat anders dan ellende over ons. Ze schreven zélf het projectplan, vroegen een bescheiden subsidie aan (en kregen die) en zijn tegenwoordig trotse ambassadeurs en verslaggevers van hun buurt, doen journalistieke ervaring op, ontdekken hun ‘skills’….  Tel uit je winst. Geen vergelding dus, maar wél consequenties voor gedrag dat anderen (de samenleving) schade berokkent. Het resultaat bracht alle partijen uiteindelijk iets positiefs.  

 Ik weet het: dit gaat om een betrekkelijk ‘klein’ misdrijf, niet om een ernstig delict waarbij echt slachtoffers vallen. Toch vind ik zo’n voorbeeld leerzaam, omdat het aantoont dat er soms een andere weg mogelijk is dan die van vergelding. Een grote meerderheid van de mensen die gedetineerd is, zit een kortdurende straf uit. Vergelding is verankerd in ons rechtssysteem, onze cultuur en denken. Iemand laten voelen wat hij of zij heeft gedaan. Het ‘doet recht’ aan het onrecht dat je is aangedaan; iets moet ‘recht gezet’ worden (ook al kan dat natuurlijk bij ernstige misdaden nooit helemaal). We hebben vergelding (om eigenrichting te voorkomen) uitbesteed aan de staat. Vorig jaar stemde een meerderheid van de Tweede Kamer ervoor dat geweldplegers tegen hulpverleners en politie voortaan niet meer ‘wegkomen’ met alleen een taakstraf. Het taalgebruik verraadt veel over onze (politieke) cultuur. Alsof slecht gedrag ‘beloont’ wordt met taakstraffen. Terwijl taakstraffen juist bewezen doeltreffender zijn en effectiever blijken dan vrijheidsbeneming (gevangenisstraf). Bij dat laatste verliest de gestrafte snel meer dan zijn/haar vrijheid: huis, inkomen, relatie soms, kinderen, familie. De gevangenis is geen therapiecentrum. Je hoort niet voor niets dat je in gevangenis ‘een betere crimineel wordt.’ De vergelding is optimaal: de dader ‘voelt’ zelf de pijn van zijn/haar daden en hopelijk laat hij/zij het voortaan uit zijn nog eens zoiets slechts te doen, lijkt de gedachte. Helaas wijzen de recidive cijfers anders uit: bijna de helft de ex-gedetineerden wordt binnen twee jaar opnieuw veroordeeld voor een misdrijf. 

In deze visie van vergelding wordt (het aanpakken van criminaliteit) geïndividualiseerd; de cel is daar het krachtigste symbool van: in afzondering moet de dader tot inkeer komen. De samenleving kan weer ademhalen: het ‘kwaad’ is opgeborgen en uit het zicht geplaatst. De straf is iemands eigen ‘schuld’, zoals slagen in het leven de ‘eigen verdienste is’. Maatschappelijke uitsluitingsmechanismen (op basis van sociale klasse, culturele achtergrond, huidskleur, geaardheid) tellen niet mee. Zonder de behoefte aan vergelding te bagatelliseren (ik stel me voor dat mijn kinderen iets wordt aangedaan), denk ik dat het mensbeeld achter onze manier van straffen (en vergelding) toe is aan herziening. Omdat het geen recht doet aan onze menselijke identiteit. Met het risico voortaan als ‘softie’ versleten te worden, vind ik een ander perspectief voor het vergeldingsvraagstuk bij (Zuid)Afrikaanse denkers als Nelson Mandela en Desmond Tutu die de traditionele Afrikaanse Ubuntufilosofie als uitgangspunt namen. Een mens is alleen waarlijk mens in gemeenschap met anderen (‘Ik ben omdat wij zijn’). Niemand is een eiland. De ander tot ‘monster’ (of slechterik) verklaren – ontmenselijken dus-  lost niks op, sterker, schaadt uiteindelijk de samenleving als geheel. Vergelding, wraak, oog om oog, leidt uiteindelijk tot meer criminaliteit, geweld et cetera. Dit impliceert geen slappe houding tegenover criminaliteit. Tutu had het al over herstelrecht, heling. In plaats van meteen te denken in termen van straf, past het woord ‘consequenties’ mijns inziens beter. Laten we daarover in gesprek gaan.  

Christine Otten

Christine Otten (1961) is auteur, performer en theatermaker. Ze brak in 2004 door met de grote roman De laatste dichters, die genomineerd werd voor de Libris Literatuur Prijs, bewerkt is voor theater en werd vertaald in het Engels. 

In 2011 verzorgde ze het Boekenweekessay Good Luck met fotokunstenaar Erik Kessels. Ze is bedenker en auteur van de Gevangenis Monologen, theatervoorstellingen gebaseerd op de verhalen van gedetineerden. Sinds een aantal jaar begeleidt ze een schrijfgroep van langgestraften in de Penitentiaire Inrichting Zuyder Bos in Heerhugowaard. 

‘Ik schrijf omdat ik niet opgesloten wil zijn in mijn eigen wereld, mijn eigen leven, mijn eigen lichaam. Door romans te schrijven kan ik iemand anders zijn, een man, of zwart, oud, of weer kind, een moslim, een crimineel, een muzikant, een psychiater. Ik schrijf omdat ik me wil verbinden met andere mensen.’

 

< terug naar overzicht