#5. Wie was Clara Wichmann? Door Gert Jan Slump

(Zelf-) bevrijding

Onder het begrip criminaliteit vallen die gedragingen die een cultuur op een bepaald tijdstip in de geschiedenis niet verdraagt en denkt te moeten keren met de middelen waarover het strafrecht beschikt. Deze definitie die ik als rechtswetenschapper/criminoloog in de collegebanken leerde is niet van Clara Wichmann maar een bewerking van de definitie van Hazewinkel-Suringa en Remmelink. Clara Wichmann beschreef criminaliteit vanuit een consequente, inclusieve morele visie. Criminaliteit en de reactie daarop is niet slechts het ‘beoordelen’ van de mate van goedheid of veroordelen van de mate van slechtheid van een mens in samenhang met de heersende normen en waarden van een land, het gaat ook om de vraag hoe we reageren op misdaad’.  Volgens haar moet elk gedrag bezien worden in de levensloop van de mens die tot dergelijk gedrag overgaat. Die levensloop is bepalend in het verleden, het heden en ook voor de toekomst. Dat besef leidt tot een meer sociaal, of contextueel, denken en handelen. Zijn in het geval van crimineel gedrag de voorwaarden tot wat Wichmann (zelf-)bevrijding noemt gecreëerd (verleden) of kunnen die worden gecreëerd (toekomst). Reïntegratie zou in dat teken moeten staan en legt ook verbinding met de vraag van kansen(on)gelijkheid. Is aan die voorwaarden in een individuele situatie überhaupt, met het oog op die zelfbevrijding, voldaan?

Als het gaat om moord of andere zware misdrijven zijn de meeste mensen het eens over de inzet van strafrecht en meer in het bijzonder van vergelding en bescherming (veiligheid). Anders wordt het als we bedenken dat nog niet zo lang geleden homoseksualiteit in Nederland strafbaar was en dronkaards en landlopers stelselmatig gevangengezet werden. En ook in onze tijd komen verwarde mensen die strafrechtelijk in de fout gaan, en waar andere hulpsystemen (gezondheidszorg, sociaal domein) hebben gefaald of niet thuis geven, in detentie terecht. Criminaliteit en de reactie daarop is dus niet slechts het ‘beoordelen’ van de mate van goedheid of (veroordelen van de mate van) slechtheid van een mens in samenhang met de heersende normen en waarden van een land. Het gaat ook om de vraag wat we bedoelen met ‘de wijze waarop gereageerd wordt op misdaad’. 

‘Zoolang de onmiddellijke oorzaken sterk werken, helpt een bedreiging met een mogelijk toekomstig leed, waarvan ieder hoopt dat het hèm niet treffen zal, betrekkelijk weinig.’

 In dit citaat wordt duidelijk dat de morele visie van Wichmann niet alleen raakt aan het strafrechtelijk reageren op misdaad; en zeker niet alleen vanuit leedtoevoeging als strafdoel gedacht. De discussie over normen en waarden raakt aan de ‘onmiddellijke oorzaken’ van criminaliteit en daarmee ook aan de wijze waarop we, rekening houdend met die oorzaken, kunnen of wellicht ook moeten reageren. 

Zowel vanuit de desistance theorie als vanuit het herstelrechtelijk denken verdient die redenering bijval. Binnen de desistance theorie ligt de focus op de vraag waarom mensen stoppen met dat gedrag. Daarbij spelen naast het levensverhaal en levensgebeurtenissen, vaardigheden en sociale condities en het sociaal netwerk een cruciale rol. Het zouden de sleutels kunnen zijn om meer aandacht te hebben voor Wichmann’s ‘onmiddellijke oorzaken’ van criminaliteit.

Binnen het herstelrecht wordt onderscheid gemaakt in vier herstelopgaven: zelfherstel van de dader, herstel met het eigen netwerk, herstel met het slachtoffer en andere direct getroffenen en herstel met de samenleving. Inzet van herstelbemiddeling, mediation in strafzaken en herstelconferenties zijn belangrijk om herstelgericht te kunnen reageren op criminaliteit. Wichmann zou vermoedelijk het hele strafrechtelijk systeem aanspreken om meer herstelgericht te werken. Daarbij wordt onvoorwaardelijk ingezet op alles wat binnen en buiten het strafrecht kan bijdragen aan het herstellen van de onmiddellijke oorzaken én de onmiddellijke gevolgen van criminaliteit. Zo kan het strafrecht een meer humane kant laten zien met oog voor de context van menselijk handelen. Dat kan ook het besef doen groeien dat ten aanzien van kale strafrechtelijke leedtoevoeging bescheidenheid past als het gaat om een samenleving samen met alle betrokkenen menselijker, veiliger en, naar Wichmann, ook bevrijdender te maken. 

Gert Jan Slump

Gert Jan is mede-oprichter van Restorative Justice Nederland en Stichting Jongerenrechtbanken Nederland. Hij is mede initiatiefnemer van het burgerinitiatief wetsvoorstel herstelrechtvoorzieningen en is kandidaat raadslid voor Groenlinks  Amstelveen bij de komende gemeenteraadsverkiezingen. 

< terug naar overzicht