Structurele ongelijkheid als uitsluitingsgrond van schuld

Wat staat er primair ter discussie als we het hebben over terugdringen van de korte detentiestraf? De goed of slechtheid van de mens, of de (on)gelijkheid in de samenleving?

‘Het voorspellen van menselijk gedrag dat kan eigenlijk alleen in een deterministisch universum, dus waar alles vantevoren vastligt en hoe verhoudt zich dat tot het strafrecht wat eigenlijk continue uitgaat van - het individu heeft een vrije keuze.’ – Robert Glas

Kan het zijn dat we een samenleving hebben gecreëerd waarin iedereen geacht wordt zijn of haar weg te vinden maar waarin niet iedereen die weg kàn vinden? Juridisch gezien zijn mensen gelijk aan elkaar, sociaal gezien niet. Dit manifesteert zich onder meer in het hoge aantal licht verstandelijk beperkten, verslaafden en mensen met psychische stoornissen in de gevangenissen.

Het discours in Nederland gaat al snel over resocialisatie, in plaats van daarbij ook oog te hebben voor onrecht dat onze maatschappij of systemen produceren waardoor mensen in een bepaalde situatie terechtkomen [de toeslagenaffaire is daarvan een triest voorbeeld]. Sociale problemen worden al snel gereduceerd tot daden van individuen, die daarvoor worden veroordeeld. Daarmee blijft de contextualiteit van die daden te vaak buiten beeld en dus ook de mogelijkheid tot werkelijke verbetering.

‘Er is een heel netwerk van allerlei actoren die ervoor zorgen dat iets gebeurt. En wat het strafrecht doet is zo’n situatie terugbrengen naar - aan de ene kant is er een slachtoffer en aan de andere kant een dader. Dat is in de meest archetypische gevallen misschien het geval, maar in veel meer gevallen is het niet zo simpel op te delen.’ – Robert Glas

In de zomer van 2021 spraken we met kunstenaar Robert Glas tijdens de livestreamreeks Toen was Straf Heel Gewoon over zijn film ‘De afwezigheid van alle schuld’. Beeldend kunstenaar Robert Glas onderzoekt in zijn film (met Emma Pelckmans en Raoul Copier) hoe er wordt ingeschat wat een verdachte in de toekomst zal doen, en welk oordeel bij een correcte voorspelling rechtvaardiger is: een lagere of een hogere straf?

Kan er sprake zijn van ‘afwezigheid van alle schuld’ als structurele ongelijkheid in de samenleving wordt aangevoerd als belangrijke bron waaraan de misdaad aan ten grondslag lag? Zou in zo’n geval structurele ongelijkheid als uitsluitingsgrond van schuld in de rechtbank moeten worden opgevoerd? Deze vraag proberen we in het project ‘Het Ongelijkheidsbeginsel: tussen strafrecht en stadsdeel’ concreet te beantwoorden door de invloed van sociale ongelijkheid op het strafrechtsysteem te gaan onderzoeken. Dit is een samenwerking van Julienne Weegels (Universiteit van Amsterdam), Thijs Jeursen (Universiteit Utrecht), en vanuit Restorative Justice Nederland; Fleur Souverein, Elsbeth Bosma en Veronique Achoui, ondersteund door Kenniscentrum Ongelijkheid!

https://www.youtube.com/watch?v=UxTFj0ZgXYM 

< terug naar overzicht